Nederlanders die de Duitse taal enigszins machtig zijn, concluderen al iets te snel dat de naam Zugspitze ontleend is aan het duitse woord voor trein, omdat de berg op een treinstel lijkt (hoe komen ze erbij?) of omdat er tandheugeltreintje naar het Zugspitzplateau rijdt. Dat laatste klinkt niet erg stom, maar de berg droeg haar naam reeds lang voordat het spoor was aangelegd, zodat we ook deze verklaring van tafel kunnen vegen.
De naam 'Wetterstein' komt van 'Wötterstua', de benaming die de vroege bewoners van Garmisch en Ehrwald aan het gebergte gaven. Wetterstein zou een magische aantrekkingskracht op slechtweerfronten uit het noorden zou hebben. Volgens de lokale bevolking woonde bij de hoogste toppen de Zug-geest: een soort ondier dat gif, wolken en onweer spuwde. Dit ondier, en niet de tandradbaan die al vele jaren toeristen naar de top brengt, heeft aan de Zugspitze zijn naam gegeven.
In 1820 kwam de 'drakendoder' luitenant Josef Naus namens het Bayerische Topographische Büro de hoogtes van een aantal toppen meten en zo kon hij meteen de Zug-geest van de hoogste top ‘verjagen'. Samen met von Anlitschek, von Jetze, Maier en Deuschl liep hij door het Reintal naar de Hirtenhütte (waar tegenwoordig de Reintalangerhütte staat). Geplaagd door vlooien verlieten Naus en zijn kameraden de volgende ochtend de hut om als eersten de westtop van de Zugspitze te beklimmen. "Nach mehrfachen Lebensgefahren und außerordentlichen Mühen" bereikten ze de westtop van de berg. Een opkomend onweer, of was het de Zug-geest, verjoeg de eerstbeklimmers van de berg. Drie jaar later beklommen Simon Resch en Schafl-Toni de oosttop en richtten er een steenman op.
De Zug-geest is verdreven! Bergtoerisme viert hoogtij en Pedro Verticalo klimt er op los in dit Duits/Oostenrijks paradijs.